Genesis 46:31

SVDaarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaan waren, zijn tot mij gekomen.
WLCוַיֹּ֨אמֶר יֹוסֵ֤ף אֶל־אֶחָיו֙ וְאֶל־בֵּ֣ית אָבִ֔יו אֶעֱלֶ֖ה וְאַגִּ֣ידָה לְפַרְעֹ֑ה וְאֹֽמְרָ֣ה אֵלָ֔יו אַחַ֧י וּבֵית־אָבִ֛י אֲשֶׁ֥ר בְּאֶֽרֶץ־כְּנַ֖עַן בָּ֥אוּ אֵלָֽי׃
Trans.wayyō’mer ywōsēf ’el-’eḥāyw wə’el-bêṯ ’āḇîw ’e‘ĕleh wə’agîḏâ ləfarə‘ōh wə’ōmərâ ’ēlāyw ’aḥay ûḇêṯ-’āḇî ’ăšer bə’ereṣ-kəna‘an bā’û ’ēlāy:

Algemeen

Zie ook: Farao, Jozef (zn v. Jakob), Kanaan, Kanaanieten

Aantekeningen

Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaän waren, zijn tot mij gekomen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

Daarna zeide

יוֹסֵ֤ף

Jozef

אֶל־

tot

אֶחָיו֙

zijn broederen

וְ

-

אֶל־

en tot

בֵּ֣ית

huis

אָבִ֔יו

zijns vaders

אֶעֱלֶ֖ה

Ik zal optrekken

וְ

-

אַגִּ֣ידָה

boodschappen

לְ

-

פַרְעֹ֑ה

en Faraö

וְ

-

אֹֽמְרָ֣ה

hem zeggen

אֵלָ֔יו

en tot

אַחַ֧י

Mijn broeders

וּ

-

בֵית־

en het huis

אָבִ֛י

mijns vaders

אֲשֶׁ֥ר

die

בְּ

-

אֶֽרֶץ־

in het land

כְּנַ֖עַן

Kanaän

בָּ֥אוּ

mij gekomen

אֵלָֽי

waren, zijn tot


Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaän waren, zijn tot mij gekomen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!